Door Thessa Wolthuis. Afgelopen juli was het zover. We vertrokken met zijn vijven (Jan, ik en drie kinderen) naar Australië. Na een lange reis kwamen we aan in Melbourne. En vanaf daar was het nog drie en een half uur rijden naar de boerderij van mijn broer Cëus, zijn vrouw Petra en hun twee kinderen Joanne en Tonnis. Natuurlijk waren we er om vakantie te houden maar in het kader van ‘nu we er toch zijn’ leek het ons leuk om Cëus dan ook maar meteen voor de Midhoester te interviewen.
Want waarom vertrekt iemand naar de andere kant van de wereld om een boerderij te beginnen? Voor een akkerbouwbedrijf zie ik meer toekomst in Australië dan in Nederland. Bovendien heeft het buitenland mij altijd al getrokken. Als kind al droomde ik van grote machines en weidse landschappen. Hoe ben je in Australië terecht gekomen? Waarom niet bijvoor-beeld naar Canada of Oost- Duitsland? Daar vind je toch ook ruime akkerbouwgebieden. Ik ben met een vriend op werk vakantie geweest in Australië en was meteen verkocht. De levensstijl en mentaliteit van de mensen hier beviel me direct. Eigenlijk lijkt het hier in Dimboola wel op Meedhuizen, alleen de taal is anders. Het is een leuke gemeenschap met veel jonge mensen. We gaan dan ook regelmatig met wat vrienden een biertje drinken bij een barbecue. In Canada en Oost Duitsland zijn we ook geweest om te kijken, maar dat trok ons toch, mede vanwege het weer, minder. In welk deel van Australië zitten jullie precies? Ons bedrijf ligt in de Wimmera. Dat is een akkerbouwgebied rond de rivier de Wimmera in de staat Victoria. Het ligt zo’n 350 km ten noordwesten van Melbourne. De bedrijven zijn in dit gebied gemiddeld zo'n 700 tot 1500 hectare groot. Het dichtstbijzijnde dorp is Dimboola, op ongeveer zeven km van ons huis. Daar vind je alles wat je voor het dagelijks leven nodig hebt. Een postkantoor, een supermarkt, een lagere school en natuurlijk een café. Op ongeveer 30 km ligt Horsham, dat is groter dan Dimboola. We zitten dus wel in de bewoonde wereld hier. Wat voor bedrijf hebben jullie precies? Wij hebben een akkerbouwbedrijf. Ons bedrijf is 1000 hectare groot. 700 hectare is ons eigendom en we huren 300 hectare. We verbouwen tarwe voor de levensmiddelen industrie, brouwgerst voor de mouterijen, en linzen en kikkererwten voor de export naar Azië. Het grootste verschil met Nederland is dat we hier werken met het zogenaamde 'no till' systeem. Dat houdt in dat we de grond minimaal bewerken. De theorie hierachter is dat in dit droge klimaat je de grond zo min mogelijk moet bewerken om het vocht erin te houden. We ploegen dus bijvoorbeeld niet. Dit scheelt natuurlijk ook in de kosten. We hoeven er niet zo vaak over en dit scheelt brandstofkosten en ook personeel. Op deze manier kan ik het alleen doen. Alleen tijdens het zaaien en in de oogstperiode heb ik hulp nodig. Wat ook een voordeel is is doordat we de stoppels laten staan en daar tussendoor zaaien, het jonge kwetsbare gewas beschermd wordt tegen schrale wind en felle zon. Mis je Nederland wel eens? Niet echt. Soms hoor ik wel eens dat er iets te doen was in het dorp zoals de dorpsfeesten of beatpop en dan had ik er wel even bij willen zijn. Maar echt missen doe ik het niet. We hebben het hier erg naar onze zin. Nou broer, hartelijk bedankt voor dit interview. Graag gedaan. Zullen we nog een biertje drinken? Dat is een goed plan, het is tenslotte vakantie.... |