Als er een ambulance door het dorp heen komt met gierende sirenes, denkt iedereen direct 'Oh jee, wat is er aan de hand?' Er hangt altijd een sfeertje van sensatie om de snelle geel/groene auto’s met toeters en bellen. Hoog tijd dus om een inwoonster van Meedhuizen aan de tand te voelen over het wel en wee van haar beroep.
Ik heb het over Laurie de Jong- Dik, woonachtig aan de Maarkampen en werkzaam op de ambulancepost te Appingedam. Laurie heeft 20 jaar in het Delfzicht ziekenhuis gewerkt, waarvan de laatste jaren op de SEH (spoedeisende hulp). Naar aanleiding van een vacature bij de ambulancepost heeft ze gesolliciteerd en werd aangenomen. Na een vier maanden durende inwerkperiode werkt ze nu zelfstandig als ambulanceverpleegkundige.
Ik vraag haar hoe een werkdag er bij haar uitziet. 'We hebben verschillende diensten.' antwoordt ze. 'De dagdiensten en de 24-uurs diensten. Op de dagdiensten is het in de meeste gevallen besteld-vervoer rijden. Dit houdt in dat er patiënten vervoerd worden die bijvoorbeeld voor foto’s naar het ziekenhuis moeten. Het gaat dan om mensen die bijvoorbeeld in Vliethoven wonen en die niet met normaal vervoer kunnen komen omdat ze bedlegerig zijn. Dit kan door heel Nederland en zelfs het buitenland zijn, waarbij dan wel de uitvalspositie regio Appingedam/Delfzijl is.
Ons wagenpark in Appingedam bestaat dan ook uit 3 ambulances, waarvan één voor het besteld-vervoer is en de andere twee zijn voor de 24-uurs diensten. Bij de 24-uurs diensten begin ik om 08:00 uur met het overnemen van de dienst. We voeren dan eerst een autocontrole uit waarbij alle apparatuur wordt gechecked op werking. Er zijn in principe 3 soorten ritten: -A3: Dit zijn de bestelde ritten. -A2: Dit zijn de gevallen waarbij het wel snel moet maar waarbij geen levensgevaar aan de orde is, bijvoorbeeld mensen met een blinde darm ontsteking die niet in een normale auto vervoerd kunnen worden of mensen met een lage bloedsuiker. We rijden dan ook niet met sirenes en lichten. -A1: waarbij alle toeters en bellen worden bijgezet en snelheid van levensbelang is.' Als er een melding binnen komt op de ambulancepost hoe gaat dat in zijn werk? 'De melding komt binnen via 112, de ambulancepost Appingedam krijgt dan melding van de CPA (centrale post ambulances), waar het ongeval zich bevind. Wij moeten dan binnen een minuut in de auto zitten en ons inmelden.' vertelt Laurie. 'We horen dan via de portofoon, die altijd aan boord is, hoe het met de patiënt gesteld is. Wij moeten dan binnen een kwartier ter plaatse zijn, we nemen onze tas (25 kilo) en apparatuur mee en via een vaste procedure wordt de patiënt onderzocht. We beslissen dan wat te doen, als er bijvoorbeeld iets met het hart is wordt de patiënt soms overgebracht naar het UMCG. Andere gevallen gaan of naar het Delfzicht of ook naar het UMCG afhankelijk van de toestand van de patiënt. Als er een spoedgeval is met grote omvang, er assistentie nodig is bij bijvoorbeeld een reanimatie roepen we een tweede auto op of het MMT (mobiel medisch team), de welbekende traumaheli. Bij een traumaheli zijn altijd 3 personen aan boord; een speciaal opgeleide narcotiseur, een verpleeg kundige en de piloot. De meerwaarde van een traumaheli is dat deze ter plaatse kan behandelen. Om even een voorbeeld te noemen, de heli is in 18 minuten tijd van het UMCG op Nes (Ameland). Dit red je natuurlijk nooit met een ambulance. Na afloop van een rit, gaan we terug naar de post in Appingedam, melden ons af bij de CPA en worden er verslagen geschreven over onze bevindingen. Daarna brengen we de ambulance weer op orde. Als er een traumatisch ongeval heeft plaats gevonden, is de nazorg ook erg goed geregeld voor ons, we worden dezelfde dag nog gebeld door het BOAG (bedrijfs opvangteam ambulancezorg) zij vragen hoe we er op terug kijken en of we er nog veel aan moeten denken. Een week later bellen ze nog eens weer om te controleren of je de ervaring wel goed hebt kunnen verwerken. Ook volgen we op het werk cursussen over hoe het verwerken van traumatische ervaringen.' Ik vraag Laurie wat haar grootste angst is om aan te treffen. Ze geeft direct stellig het antwoord 'Kinderen en jonge mensen, daar vreest iedereen toch wel voor en ernstige verkeersongevallen. In mijn geval houd ik mijn hart altijd vast als ik hoor dat we naar Meedhuizen moeten.' Natuurlijk wil ik ook weten wat het meest grappige is wat ze meemaakt. 'Als je te maken krijgt met dronken mensen, in sommige gevallen moet je echt je lachen inhoude.' Ik vraag wat er tussentijds wordt gedaan als er geen meldingen zijn. 'Dan doen we eigenlijk dagelijkse dingen. We doen boodschappen, koken, eten en slapen natuurlijk ’s nachts. We zijn vrij om te gaan waar we willen in onze regio.' Dan wil ik weten wat haar regio is. 'Wij zijn inzetbaar van Ten Boer tot Nieuwolda en van Woldendorp tot Spijk. Er zijn als ik het uit mijn hoofd doe 13 ambulance posten in de provincie Groningen waarvan Appingedam met 21 personeelsleden een redelijk groot gebied onder zijn hoede heeft.' Aan het eind van ons gesprek zeg ik dat ik hoop dat ze niet te vaak naar Meedhuizen hoeft uit te rukken. Aan Laurie haar blik te zien weet ik dat ze er net zo over denkt. |